Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [55]Alsdan [56]spreken, die den HEERE vrezen, een ieder tot zijn naaste: De HEERE [57]merkt er toch op en hoort, en er is een gedenkboek [59]voor Zijn aangezicht geschreven, voor degenen, die den HEERE vrezen, en voor degenen, [60]die aan Zijn Naam gedenken. 55. Te weten, als zij zulke woorden der goddelozen horen. 56. Te weten, de navolgende woorden, tot onderlinge vertroosting. 57. Te weten, op de redenen der godslasteraars, die God niet ongestraft zal laten, hetzij hier of hiernamaals. 58. Dat is, de Heere vergeet die niet, die Hem vrezen. Zie Deut.32:34; Ps.139:16; Openb.20:12. 59. Dit is menselijkerwijze van God gesproken. 60. De zin is: Die den Heere steeds voor ogen hebben, Hem achten en eren.